Last van slechte eigenschappen? Hier is een oplossing.

Er zijn vast wel een aantal eigenschappen waar je liever vanaf zou willen. Uitstelgedrag bijvoorbeeld. Of perfectionisme, jaloezie, twijfelen. Zou het niet fijn zijn als je minder last hebt van je zwakke kanten? In dit artikel leg ik je uit hoe je dat kunt bereiken door je aan ze voor te stellen, ze telkens weer te begroeten en vrienden te worden.

Kennismaken met je monsters

Ik zal je eerst voorstellen aan één van mijn monsters: het perfectiedraakje. Hij is ontzettend vervelend, vind ik. Altijd als ik iets doe, wil het perfectiedraakje in mij dat ik het in één keer foutloos doe. Als dat niet lukt, kan ik er maar beter niet aan beginnen. En als ik dat dan toch doe, en het resultaat is ‘wel oké’, staat het perfectiedraakje me al op te wachten. ‘Loes,’ zegt hij met de stem van mijn strenge schooljuf van vroeger, ‘dit kan echt niet. Wat slecht van je.’

perfectiedraakje

Het erge aan mijn perfectiedraakje is dat ik me ook nog eens ontzettend veel van zijn mening aan trek. Sterker nog: ik ga ervanuit dat het perfectiedraakje alles altijd beter weet dan ik. Dus als hij weer zo op me af komt gemopperd, voel ik me schuldig. Ja, denk ik, dat is inderdaad heel slecht van me. Terwijl ik net een prima verslag of illustratie heb gemaakt, of een leuke presentatie heb gehouden. Alleen niet een perfecte.

De eerste stap om je monsters onder de duim te krijgen, is ze te leren kennen. Het beste één monster per keer. Benoem niet alleen je eigenschap met het woord ‘monster’ erachter, maar stel je je monster ook echt voor als een levend wezen en geef hem misschien zelfs een eigen naam. Teken hem, of zoek een plaatje op op internet. Hoe meer je je monster als een persoon ziet, hoe makkelijker het straks wordt om met hem om te gaan.

Alleen al door je monster zo bij de naam te noemen, schrik je hem een beetje af. Alle monsters zijn namelijk huiverig om in de spotlights te staan. Ze opereren tenslotte sluipend in het donker, zodat je niet door hebt hoe klein, onwetend en schattig ze eigenlijk zijn.

Je monster gedag zeggen

Daar is ie dan, mijn perfectiedraakje. En nu? Hoe kom ik van dat perfectionisme af? Ik hoef alleen maar te wachten tot mijn monster weer komt opdagen. Iedere keer als ik merk dat ik weer last heb van perfectionisme, zeg ik tegen mezelf ‘Daar hebben we het perfectiedraakje weer.’

Boem! Alle spotlights op het perfectiedraakje, dat dacht me onopvallend te kunnen bijten. Doordat ik me bewust wordt van zijn aanwezigheid, kan ik ervoor kiezen om niet naar zijn advies te luisteren. Ik kan er bewust voor kiezen tevreden te zijn met mijn niet perfecte presentatie, hoewel ik tegelijkertijd het perfectiedraakje in mij nog hoor schreeuwen dat het niet goed genoeg is.

Je monster voortdurend bij de naam noemen, zorgt ervoor dat hij kleiner en kleiner wordt. Let er daarbij wel op dat je hem niet beoordeelt of afkeurt. Merk alleen maar op dat hij er is. En maak vervolgens zelf een keuze of je je gedrag ook door hem laat sturen. Elke keer weer.

Weet wie zijn vriendjes zijn

Doorhebben wanneer je monster komt opdagen, heeft nog meer voordelen. Zo merk je wie zijn partners in crime zijn. Mijn perfectiedraakje komt af en toe het onzekerheidsdraakje tegen.

onzekerheidsdraakje

Terwijl de perfectiedraak verkondigt dat al mijn werk perfect gedaan moet worden, begint het onzekerheidsdraakje in een hoekje te huilen. ‘Maar ik kan dit helemaal niet, ik geloof niet in mezelf,’ snikt hij. Als deze twee monsters samenwerken, is het onvermijdelijk dat een derde draakje uit zijn schulp kruipt: mijn uitstelmonster dat ik de verlammingsdraak heb genoemd.

verlammingsdraak

Hij komt aanlopen, ploft neer en zegt: ‘Ik moet het perfect doen. Maar dat kan ik niet. Ik doe wel helemaal niets meer!’

Ontdek de goede kanten van je monster

Je monster leren kennen heeft een nog groter voordeel; je leert zijn goede kanten kennen. Mijn perfectiemonster voedt bijvoorbeeld ook mijn ambitie. Hij zorgt ervoor dat ik het beste uit mezelf wil halen, dat ik dingen probeer te bereiken. Dat ik niet de hele dag in mijn bed blijf liggen.

Vergeef je monster

Maar het allerbeste aan vrienden worden met je monster, is dat je hem kunt vergeven.
Je gaat namelijk inzien dat je monster het allemaal niet zo slecht bedoelt. Hoe raar het nu misschien ook lijkt, je monster is niet kwaadaardig, maar heeft het beste met je voor. Hij wil graag dat je gelukkig wordt, alleen snapt hij niet helemaal dat zijn manier van doen jou niet gelukkig maakt. Mijn perfectiedraakje wil dat ik het allerbeste werk van iedereen maak, zodat ik trots kan zijn op mezelf en succesvol wordt. Een onschuldige droom, maar per ongeluk met een niet zo’n onschuldige uitwerking.

Je niets meer aantrekken van je monster

En dan kijk je opeens met andere ogen naar je monster. Dat schepsel waar je eerst nog met minachting, verwijt of zelfs angst naar keek, is nu een onnozel, schattig wezentje geworden. Bang voor de spotlights houdt hij zich vaker koest. En als hij er is, kun je compassievol naar hem (en dus jezelf!) kijken – en vervolgens bewust kiezen voor het gedrag dat jou nu het meeste dient.